Al meer dan veertig jaar wordt het grootste deel van alle gebouwen in Nederland verlicht door middel van armaturen voorzien van fluorescentielampen. Dit bij voorkeur in een systeemplafond, omdat het de meest goedkope oplossing biedt. Deze verlichting kan meestal alleen worden in- en uitgeschakeld. Om het energiegebruik te beperken wordt soms ook een daglichtafhankelijke lichtregeling toegepast
of wordt gebruik gemaakt van aanwezigheidsdetectie. In het algemeen is het belangrijkste uitgangspunt voor het ontwerp van de verlichting dat er juist voldoende licht aanwezig is om bepaalde visuele taken te kunnen uitvoeren. Hiervoor zijn waarden vastgelegd in NEN-EN 12464-1: “Licht en verlichting – Werkplekverlichting – Deel 1: Werkplekken binnen”. Ruimten voor de gezondheidszorg komen hierin ook ruimschoots aan de orde.